zondag 19 februari 2012

Digitale vingers - pleonasme of tautologie?

De iPad moet je met je vingers bedienen. Zo blok ik in mijn 'Notities' een stuk tekst, tik met mijn wijsvinger op 'kopieer' en buig snel die wijsvinger. Dan komt het: met mijn middelvinger druk ik op de starttoets en vervolgens met diezelfde middelvinger op het icoon van Småbitar. Boven het tekstvak van het blog strek ik mijn wijsvinger, tik er het scherm mee aan en kies voor 'plak'. De tekst verschijnt!
Magie! Er gaat heel veel tekst in een wijsvinger. Proberen of het ook lukt met plaatjes.

Nu weet ik het nóg niet: pleonasme of tautologie?

vrijdag 17 februari 2012

Sociale media: wat moet ik er mee?

Sinds kort heb ik mijn kijk op de ‘social media’ wat bijgesteld. De laatste weken gingen al het getwitter, geschrijf op facebook, LinkedIn, forums en in blogs mij steeds meer tegenstaan. Misschien door allerlei politici die elkaar te lijf gingen, misschien door uitwassen als een jongeman die het ROC bedreigde en voorpaginanieuws werd. In elk geval wel doordat ik er draaierig van werd: te veel informatie van zoveel verschillende kanten en vooral de manier waarop, de snelheid en kortstondigheid: ik kon het niet meer bijhouden. Mijn probleem. Want wat ik graag doe: op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen, veranderingen, van wat er gebeurt in de wereld, dat lukte niet meer.
 
Maar het kwam vooral doordat ik het gedrag van de gebruikers van al deze media probeerde te begrijpen en verklaren. Voor mij was het alsof de twitteraars, facebookers en bloggers niets anders deden dan alles wat ze meemaken, denken en vinden meteen te delen met de hele wereld. Exhibitionistisch, niets willen missen, overal wat van vinden en gelezen willen worden door iedereen. Bang om niet gehoord, niet erkend te worden. Ik kreeg er steeds meer de kriebels van.
 
In mijn poging om te begrijpen en te verklaren ben ik teruggegaan naar de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, toen ik zelf jong was. Wat deed ik toen aan sociale communicatie, vertaald naar de mogelijkheden van die tijd?
 
Ik schreef ellenlange brieven aan een aantal vrienden, bijna dagelijks. Met het verslag van gebeurtenissen, maar vooral ook met overpeinzingen en pogingen om de wereld te begrijpen, die ook toen sterk veranderde. Ik probeerde me meningen te vormen en die te toetsen aan die van aan anderen. Hele periodes hield ik een dagboek bij. Ik schreef zelfs nu en dan een ingezonden brief, waarin ik vertelde wat ik ‘ervan vond’ en mijn ongevraagde mening gaf.
Ook sinds die tijd zorg ik iedere jaarwisseling voor een kaart met een gedachte en die stuur ik aan veel mensen. In de zomer krijgen vrienden een verslag van mijn vakantie. Nog geregeld schrijf ik lange brieven, of de moderne versie: e-mails, en nog steeds houd ik periodiek mijn dagboek bij.
 
Pas goed wakker werd ik toen, in een drukke periode, mijn geweten mij parten ging spelen. Moest ik A niet bellen? Zat B niet op een kaart van mij te wachten? Waarom ging ik niet even langs bij C? Wat jammer dat ik D niet meer zag! Wat kon ik doen om aandacht aan E te schenken? Verwachtte F niet dat ik haar brief beantwoordde? Denkt zieke G dat ik hem vergeet? H is jarig geweest en ik heb geen kaart gestuurd!
 
Waarom speelde mijn geweten op? Omdat ik nu eenmaal consciëntieus probeer te zijn in dit soort zaken? Omdat ik vind dat het zo hoort? Dat je geregeld informeert naar het wel en wee van je vrienden en bekenden? Omdat ik vind dat ik het contact moet onderhouden met mensen die ik aardig vind? Of is het gewoon zo dat ik ook graag gezien en gehoord wil worden? Dat laatste speelt ongetwijfeld mee, als ik heel diep in mezelf kijk. Maar net zo belangrijk is dat ik het zo fijn vind om contact te hebben met mensen die in mijn leven wat betekenen of wat betekend hebben. Dat contact houdt mij levendig en geeft mij warmte.
 
De twitteraars, facebookers en bloggers willen niets anders dan ik, lijkt mij, of: hoop ik. De manier waarop, de mate waarin en de snelheid waarmee de verhalen en meningen worden gedeeld zijn anders. Inhoudelijk zijn er niet zulke enorme verschillen tussen hen nu en mij toen. En net als in dit stuk, draait het meestal om ‘ik’ en om gelezen willen worden. Het antwoord op mijn gewetensvragen kan zijn dat ik ook ga twitteren en facebooken. Dan ben ik van alle zorgen af, hoewel … van mijn oude vrienden doet bijna geen het.
 
Er zit niets anders op dan tevreden zijn met af en toe écht contact.
 

woensdag 15 februari 2012

Voor alles is een eerste keer

En zo kreeg ik al een aantal weken voor mijn 63e verjaardag een heuse iPad. Dan kon ik al vast oefenen. Nu, dat is gelukt. Ik ben al verslaafd. Heb al veel ontdekt, te veel, word steeds nieuwsgieriger, kan er niet afblijven. Al die mogelijkheden, al die Apps en dan ook nog eens gevoed worden door mede-gebruikers. Steeds weer een nieuw kunstje, een andere blik op de wereld en zelfs het heelal. 
Er is in elk geval één geruststelling: na mijn afscheid van het werken-in-dienst-van hoef ik niet bang te zijn voor een gebrek aan nieuwe impulsen. Tenzij ik ze nu al allemaal opgebruik. Gebrek aan communicatie was een tijd een schrikbeeld.
Vandaag werd ik gegrepen door het idee te gaan bloggen. Het verschijnsel heeft me tot nu toe nogal tegengestaan. Want wat is het nu helemaal? Wie zit er te wachten op wat ik vind? Op mijn zielenroerselen? En is het in feite geen vorm van exhibitionisme? 
Het bloggen komt echter in de beste families voor. Dát en een verre reis in het verschiet hebben mij de stap doen zetten. Een eerste keer die ik me een paar weken geleden niet had kunnen indenken. Maar ook een die me in Vietnam veel mailtjes  sturen kan schelen. 
De echte eerste keer heb ik per ongeluk gewist. Hoe, daar zal ik wel niet achterkomen. Deze eerste keer is dus in feite de tweede. De lezer ziet dat niet!?