Tijdens het inpakken van de boekenkasten in het nieuwe
appartement van zijn schoonzuster houd ik Jan (83) van het werk. Hij vertelt
over zijn eigen verhuizing naar een 'bejaardenflat' en wat dat voor hem betekende.
Hij heeft weinig contact met de nieuwe buren, maar praat de laatste weken veel
en indringend met een buurvrouw, over de nieuwe tv-serie over WOII. Vertelt dat
die zoveel losmaakt, dat ze er soms om moeten huilen. We krijgen het over 'De
eeuwelingen' die zich vooral de oorlog van '14-'18 herinnerden en over Henny
Stip die mij begin jaren tachtig afhielp van de schaamte over mijn vaders
dwangarbeid in Duitsland. Henny, conrector en mijn baas op de school waar ik
werkte, een man met een grote historische interesse.
Jan valt stil, denkt zichtbaar na en zegt dan: "Díe naam zocht ik van de week. Dat is toevallig! Hij was degene die toen met Wim Würsten pleitte voor naast Engels meer Duits op school. Dezelfde discussie die nu weer wordt gevoerd in Enschede. Ik zag hem voor me, maar kon niet op zijn naam komen."
Ik zeg Jan dat ik niet houd van het woord 'toeval', vertel over mijn co-incidenten en zeg dat dit er ook zo een is. "Goh," zegt hij, "ik gebruik dat woord eigenlijk nooit, maar van de week met mijn buurvrouw had ik het er ineens over."
Jan valt stil, denkt zichtbaar na en zegt dan: "Díe naam zocht ik van de week. Dat is toevallig! Hij was degene die toen met Wim Würsten pleitte voor naast Engels meer Duits op school. Dezelfde discussie die nu weer wordt gevoerd in Enschede. Ik zag hem voor me, maar kon niet op zijn naam komen."
Ik zeg Jan dat ik niet houd van het woord 'toeval', vertel over mijn co-incidenten en zeg dat dit er ook zo een is. "Goh," zegt hij, "ik gebruik dat woord eigenlijk nooit, maar van de week met mijn buurvrouw had ik het er ineens over."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten