zaterdag 1 februari 2020

Co-incident 23


Poëzieavond 2020, je denkt alles toch wel zo’n beetje onder controle te hebben. Bundeltje samengesteld en vormgegeven. Voorlezers in doordachte volgorde geplaatst. Kennisgemaakt met de musicus die tussen de gedichten door zal improviseren. Lichtknopjes uitgeprobeerd, verwarming gecontroleerd, inleiding goed voorbereid.

De eerste lezer, Erik, vertelt z’n verhaal en leest dan één gedicht in plaats van de drie die hij ingeleverd heeft. Verwarring, maar goed, het is zijn keuze en die gaat voor. Hopelijk nemen de anderen dan wat meer tijd (zoals zo vaak gebeurt ...), anders staan we om half tien al weer buiten, schiet het door mijn regiehoofd.

Gelukkig, Riannes verhaal met als extra de gedichtjes van haar heel jong gestorven broertje, duurt langer. Ze heeft het publiek in haar ban en ontroert. Laat het vandaag precies vijftig jaar geleden zijn dat hij, tijdens de eerste sneeuw van die winter, werd begraven.
Bennie Waanders speelt een prachtige improvisatie waarin je behalve de sneeuwvlokken ook dissonanten hoort.

Dan Rens met haar persoonlijke verhaal en onthulling van haar leesmethodes, waardoor als het ware spontaan gedichten ontstaan. En Maran en haar keuze van gedichten die elke dag ‘uit de computer’ komen.

Na de pauze start Jeroen met een gedicht van Anon, het pseudoniem waarachter zijn vader schuilgaat. Dan vertelt hij over Bert de Haan, uit wiens gedicht de regel op het affiche komt (Dwalen door een zelfverzonnen wereld). Terwijl hij zijn kennismaking met de kortgeleden overleden Bert beschrijft, zie ik Bennie, de musicus, letterlijk van kleur verschieten en ontroerd raken. Intussen sluit Jeroen zijn verhaal af met een paar eigen gedichten en wat die voor hem en anderen hebben betekend.

Ik móet wat doen met de reactie van Bennie (die het publiek niet kon zien) en benoem die. Dan blijkt dat hij erg goed met Bert de Haan bevriend was en dat hij juist vanmiddag in de Arkezaal in Enschede een ode aan hem heeft gebracht. Ik krijg het er letterlijk koud van, en ik niet alleen. Nu even niet, maar straks na de laatste lezer zal Bennie nog wat spelen, met Bert in gedachten.

Ten slotte Erna, zenuwachtig maar helemaal zichzelf. Ze leest als herinnering aan haar ouders Kopland en dan een gedicht van haar zelf. Ze sluit af met Cees Buddingh’ en vertelt dat ze net ontdekt heeft dat ze het boekje waarin dat staat, ooit heeft gekregen van Erik, onze eerste lezer van vanavond ...

Als Bennie met zijn muzikale impressie afsluit, zijn er vanavond zeker drie cirkels rond. Mijn laatste Poëzieavond had niet bijzonderder kunnen zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten