Iedereen kent het beeld van Wim Kok die de computermuis hanteert alsof het de afstandsbediening van de tv is. Niemand weet dat hij bij bakker Klontje op Schier de ene na de andere klant moest laten voorgaan, omdat hij niet begreep dat hij een nummertje moest trekken. Dat heb ik hem toen geleerd.
Tegenwoordig wacht hij niet meer op zijn beurt.
zaterdag 24 maart 2012
woensdag 21 maart 2012
Co-incident 4

De kraanvogels maakten zoveel indruk dat wij sindsdien een logo hebben.
's Zomers in Rumperyd worden we gewekt door de 'tranor' die om ons heen broeden.
's Zomers in Rumperyd worden we gewekt door de 'tranor' die om ons heen broeden.
In 1998 kwam ik met het American Exchange Program terecht in Baraboo (Wis.), een gat zo'n tachtig kilometer van het Madison Area Technical College. Het doel van de uitwisseling viel daardoor wat in het water. Maar tot mijn grote verbazing en blijdschap was Baraboo de zetel van de International Crane Foundation. Dit is een project waar men kraanvogels uit de hele wereld uitbroedt en opvoedt tot ze weer uitgezet kunnen worden in hun oorspronkelijke leefomgeving. Zo heb ik dus bijna alle soorten kraanvogels van de wereld met eigen ogen gezien en vrijwel geen student ontmoet.
Wij volgen de webcamera's dagelijks en keken ook vaak op 1 april 2009: die dag waren er ongeveer 15.500 kranen bij Hornborgasjön, het maximum dat jaar. Joke Frank, een dierbare bekende, maakte die ochtend een prachtige foto van een eenzame kraanvogel die voor de zon langs vloog. 's Avonds ging ze nog even weer ging kijken, zakte in elkaar en overleed.
zondag 18 maart 2012
Benul van tijd
Wat is dat toch? Het lijkt alsof ik steeds minder benul van tijd heb. Laat ik proberen dat te verduidelijken. Ooit waren Pasen of Kerstmis vaste punten in mijn tijdsbesef. Niet omdat ik ze vierde, maar doordat ze omringd werden door vrije dagen waarop ik bijzondere dingen deed. Volgens de kalender is het over drie weken Pasen, maar ik heb niet meer het benul wat 'drie weken' is. Voorheen wist ik, dat idee heb ik althans, wat ik allemaal kon doen in de periode tot. Die en die boeken lezen, dat en dat werk afmaken. Dat is helemaal weg. Laat staan dat ik weet over hoeveel tijd het Pasen is.
Het lijkt alsof ik in een bootje op een groot, een klein beetje golvend water dobber zonder ankerpunten. En ik zie wel waar ik uitkom. Zelfs in mijn agenda kijk ik bijna niet meer. Laat staan dat ik me ergens op voorbereid.
Is het lastig? Vind ik het vervelend? Nee, dat geloof ik niet. Het is ook niet zo dat ik het roer niet meer aanraak of het stuur kwijt ben. Hoogstens ben ik af en toe verrast, omdat er iemand voor de deur staat, die ik niet verwacht had. Of dat niet af komt wat ik me had voorgenomen te doen. Zou het gaan lukken zonder aanlegsteigers?
Af en toe kan ik het leven op me af laten komen!
Het lijkt alsof ik in een bootje op een groot, een klein beetje golvend water dobber zonder ankerpunten. En ik zie wel waar ik uitkom. Zelfs in mijn agenda kijk ik bijna niet meer. Laat staan dat ik me ergens op voorbereid.
Is het lastig? Vind ik het vervelend? Nee, dat geloof ik niet. Het is ook niet zo dat ik het roer niet meer aanraak of het stuur kwijt ben. Hoogstens ben ik af en toe verrast, omdat er iemand voor de deur staat, die ik niet verwacht had. Of dat niet af komt wat ik me had voorgenomen te doen. Zou het gaan lukken zonder aanlegsteigers?
Af en toe kan ik het leven op me af laten komen!
Fascinerend
Op de website van Art of Neuroscience staat de uitslag van een wedstrijd voor neurowetenschappers die zich nu eens niet door de inhoud van hun onderzoeksobject lieten leiden, maar door de schoonheid ervan. De winnende video, met muziek, is fascinerend, want kan ook van jouw of mijn brein zijn gemaakt. In de .pdf die genoemd wordt, staan alle inzendingen met verklaring.
vrijdag 16 maart 2012
Co-incident 3
Op vrijdag ben ik vaak alleen op mijn troosteloze werkplek achterin een tot school omgebouwd fabriekscomplex in Hengelo. Daar word ik over het algemeen niet vrolijk van. Maar de laatste tijd komt Kevin langs om het oud papier van de afgelopen week op te halen. Hij is een jonge, enthousiaste conciërge, hevig geïnteresseerd in ruimtevaart. Hij vertelt er graag en boeiend over. Met zijn vader is hij naar de laatste lancering van de Discovery geweest. Zo kregen we het over zijn ouders en zijn herkomst. Laat hij in 1988 zijn geboren in de Prins Clauslaan in Lochem, min of meer tegenover ons. Wij verhuisden daar vandaan in 1989 naar de Zwiepseweg, 'naast juffrouw Leeuwrik' zoals ik het vaak aanduid. "Die heeft mij ter wereld geholpen", zegt hij. Onze buurvrouw had Kevins geboortekaartje nog, dus dat kon ik hem laten zien.
Vandaag is het een minder troosteloze vrijdag, omdat ik een nieuwe collega inwerk. Kevin komt weer langs en ik vertel Jantien, die in Goor woont, wat hem en mij bindt. Zegt Jantien: "Dat moet dan diezelfde juffrouw Leeuwrik zijn, die aanvoelde dat er met de geboorte van mijn dochter iets mis dreigde te gaan. Ze kwam spontaan bij me langs, waardoor we net bijtijds in het ziekenhuis waren voor de geboorte van een gezond kind."
Vandaag is het een minder troosteloze vrijdag, omdat ik een nieuwe collega inwerk. Kevin komt weer langs en ik vertel Jantien, die in Goor woont, wat hem en mij bindt. Zegt Jantien: "Dat moet dan diezelfde juffrouw Leeuwrik zijn, die aanvoelde dat er met de geboorte van mijn dochter iets mis dreigde te gaan. Ze kwam spontaan bij me langs, waardoor we net bijtijds in het ziekenhuis waren voor de geboorte van een gezond kind."
woensdag 14 maart 2012
Mijn tijd mag wel snel gaan
Dat de tijd tijd sneller gaat als je ouder wordt, zegt Douwe Draaisma, kun je op verschillende manieren verklaren. Een daarvan heeft te maken met het feit dat nieuwe indrukken, bijv. tijdens een vakantie naar een nieuw oord, de tijd lijken te vertragen. Als oudere maak je gemiddeld minder nieuwe dingen mee, dus lijkt de nog beschikbare tijd juist vlugger te verstrijken. De paadjes in je hersenen zijn verder uitgesleten, je glijdt er sneller overheen.
Het valt me op dat ook jongeren tegenwoordig steeds meer klagen dat de tijd zo snel gaat. Dat ze niet meer kunnen bijhouden wat ze willen bijbenen, hoe hard ze ook getraind hebben op de sportschool. En toch krijgen juist zij heel veel nieuwe indrukken, waar ze trouwens ook nog eens steeds zelf naar op zoek zijn. Voor hen gaat de tijd dus ook te snel. Wat is er aan de hand?
Het verschil kan 'm natuurlijk zitten in het idee dat ouderen hebben: "Mijn tijd raakt op", terwijl jongeren alles wat ze willen niet in die ene dag geperst krijgen en zo tekort komen. Maar dat is niet het enige. Het kan ook niet liggen aan de oude hersenpaden die al zo uitgesleten zijn, dat ze reageren als glad ijs. De paadjes van de jeugd zijn nog weerbarstig.
Als wij op het Zweedse platteland zijn, is er bijna een tekort aan prikkels en doen we relatief vaak dezelfde dingen. Daar zou de tijd, gerekend naar deze jongere kijk op de zaak, dus heel langzaam aanvoelen. Voor de eerste helft van de vakantie geldt dat inderdaad, maar zo gauw het vertrek toch echt in zicht komt, gaan we plannen maken om de korte tijd die ons daar rest te vullen met alles wat we nog willen. Dat geldt ook voor het begin van de dag, als we langzaam op gang komen, zonder directe voornemens. En dan ineens ook nog een heleboel kunnen lezen en schrijven of een eind wandelen. Pas op het moment dat we op de klok kijken en zien dat het 'al' twee uur is.... dan komen we tijd tekort.
Er lijkt dus een verband te zijn tussen de hoeveelheid plannen en de beschikbare tijd. Jonge en oude mensen maken plannen, de beschikbare tijd in het algemeen verschilt. Als je het per tijdseenheid, bijvoorbeeld per dag, bekijkt, is er echter geen verschil. Dan zou het kunnen betekenen dat alles wat je in een begrensde tijd wilt doen, de snelheid ervan bepaalt. Dus zou de tijd voor mensen die geen plannen meer maken, heel lang aanvoelen. Is dat ook niet wat je hoort van eenzame bejaarden die wachten op het eind van hun leven?
Kortom: als je wilt dat je veel tijd hebt te besteden, dus dat de tijd langzaam gaat, moet je geen plannen meer maken, niet op de klok kijken, je onthouden van nieuwe prikkels of van nog heel veel dingen (willen) doen. Douwe, waar blijf je? En waar blijf ik?
Naschrift:
In tijden dat ik afstand moest nemen van verdriet was het fijn dat de tijd snel ging.
Het valt me op dat ook jongeren tegenwoordig steeds meer klagen dat de tijd zo snel gaat. Dat ze niet meer kunnen bijhouden wat ze willen bijbenen, hoe hard ze ook getraind hebben op de sportschool. En toch krijgen juist zij heel veel nieuwe indrukken, waar ze trouwens ook nog eens steeds zelf naar op zoek zijn. Voor hen gaat de tijd dus ook te snel. Wat is er aan de hand?
Het verschil kan 'm natuurlijk zitten in het idee dat ouderen hebben: "Mijn tijd raakt op", terwijl jongeren alles wat ze willen niet in die ene dag geperst krijgen en zo tekort komen. Maar dat is niet het enige. Het kan ook niet liggen aan de oude hersenpaden die al zo uitgesleten zijn, dat ze reageren als glad ijs. De paadjes van de jeugd zijn nog weerbarstig.
Als wij op het Zweedse platteland zijn, is er bijna een tekort aan prikkels en doen we relatief vaak dezelfde dingen. Daar zou de tijd, gerekend naar deze jongere kijk op de zaak, dus heel langzaam aanvoelen. Voor de eerste helft van de vakantie geldt dat inderdaad, maar zo gauw het vertrek toch echt in zicht komt, gaan we plannen maken om de korte tijd die ons daar rest te vullen met alles wat we nog willen. Dat geldt ook voor het begin van de dag, als we langzaam op gang komen, zonder directe voornemens. En dan ineens ook nog een heleboel kunnen lezen en schrijven of een eind wandelen. Pas op het moment dat we op de klok kijken en zien dat het 'al' twee uur is.... dan komen we tijd tekort.
Er lijkt dus een verband te zijn tussen de hoeveelheid plannen en de beschikbare tijd. Jonge en oude mensen maken plannen, de beschikbare tijd in het algemeen verschilt. Als je het per tijdseenheid, bijvoorbeeld per dag, bekijkt, is er echter geen verschil. Dan zou het kunnen betekenen dat alles wat je in een begrensde tijd wilt doen, de snelheid ervan bepaalt. Dus zou de tijd voor mensen die geen plannen meer maken, heel lang aanvoelen. Is dat ook niet wat je hoort van eenzame bejaarden die wachten op het eind van hun leven?
Kortom: als je wilt dat je veel tijd hebt te besteden, dus dat de tijd langzaam gaat, moet je geen plannen meer maken, niet op de klok kijken, je onthouden van nieuwe prikkels of van nog heel veel dingen (willen) doen. Douwe, waar blijf je? En waar blijf ik?
Naschrift:
In tijden dat ik afstand moest nemen van verdriet was het fijn dat de tijd snel ging.
Co-incident 2
In 1975 trokken we met een opgeknapte Landrover door Noorwegen. Ongeplande route, iedere ochtend was nog onbekend waar we 's avonds zouden slapen. Op een middag kwamen we ergens op een berg met veel haarspeldbochten in dichte mist terecht. Voorzichtig en verstandig als we meestal zijn, besloten we in zo'n haarspeldbocht onze tent op te zetten. Na het eten liepen we wat doelloos heen en weer door de laag hangende wolken, toen we het geluid van een 2CV meenden te horen. "Daar komt Boeije!" grapten we. Uit de hoogte kwam het gepruttel dichterbij en ja, een lelijke Eend, een Nederlandse ook nog. Er was toch verder niets te doen, dus keken we wat nauwkeuriger naar deze drieste toerist. Tot onze stomme verbazing was het inderdaad Boeije, een goede vriend uit Lochem, samen met zijn zwager Wim. Zij hadden van de ene op de andere dag besloten om een weekje Noorwegen te doen. Hún tocht was nog ongeplander dan de onze.
35 jaar later haalde ik deze herinnering op met Wim en toen werd het verhaal nog mooier. Diezelfde ochtend waren ze van een camping vertrokken, waar de nacht ervoor zijn kersverse vriendinnetje met haar ouders had geslapen. Hij hoorde het pas toen ze weer in Nederland waren. Er waren nog geen mobieltjes.
35 jaar later haalde ik deze herinnering op met Wim en toen werd het verhaal nog mooier. Diezelfde ochtend waren ze van een camping vertrokken, waar de nacht ervoor zijn kersverse vriendinnetje met haar ouders had geslapen. Hij hoorde het pas toen ze weer in Nederland waren. Er waren nog geen mobieltjes.
zaterdag 10 maart 2012
Zoek plaatje
Deze kunstzinnige impressie had ik in mijn onschuldig enthousiasme acht keer verstuurd naar een goede vriend, op steeds weer een andere manier. Iedere keer meldde hij dat de foto niet was overgekomen. Ten einde raad stuurde hij gisteravond een schermafdruk van wat bij hem steeds binnenkwam.... dit plaatje.
Zelden gelachen als ik niet begrepen werd, laat staan gegierd. Nu kon ik niet ophouden.
Zoek plaatje!
Momenteel is al eeuwen kortstondig
Mindfulness predikt leven in het moment. Hoeveel ik ook heb aan de dagelijkse oefeningen, leven in het moment kan niet. Het moment is minder dan een seconde, een vingerknip tussen verleden en toekomst, letterlijk een ogenblik. Leven in het nu is onmogelijk, want het nu is al voorbij als je het woord hebt uitgesproken. Ik word steeds een beetje obstinaat als ik dat hoor: 'Leef in het nu.'
Ik leef met mijn benen geworteld in het verleden en mijn hoofd in de toekomst. Met de historie als steun in de rug en de blik op wat nog komen gaat. Of zoals sommige volkeren zeggen: met zicht op het verleden en achter mij dat wat nog komen moet. Daartussenin bevind ik mij. Maar of dat 'nu' is, het 'moment'?
Voor mij bestaat leven uit genieten van herinneringen, ervan leren. En uit plannen maken, er naar toeleven. Doe ik dat dan in het 'nu'? Ik kan al minutenlang niet-denken. Is dat het 'nu'?
Ik leef met mijn benen geworteld in het verleden en mijn hoofd in de toekomst. Met de historie als steun in de rug en de blik op wat nog komen gaat. Of zoals sommige volkeren zeggen: met zicht op het verleden en achter mij dat wat nog komen moet. Daartussenin bevind ik mij. Maar of dat 'nu' is, het 'moment'?
Voor mij bestaat leven uit genieten van herinneringen, ervan leren. En uit plannen maken, er naar toeleven. Doe ik dat dan in het 'nu'? Ik kan al minutenlang niet-denken. Is dat het 'nu'?
Co-incident 1
Lang geleden had ik een buurjongetje, Jos, en een broer, Arie. Jos verongelukte in 1967, Arie in 1973. Toen wij in 1989 en Jos' grote broer Erik in 1994 op de Zwiepseweg kwamen wonen, kregen we nieuwe buren. Zij hadden twee kindertjes: de oudste heet Jos, de jongste Arie. Toen noch nu gangbare namen. Op de kleuterschool was de kleine Arie trouwens niet weg te slaan bij Maaike, de dochter van Aries eertijdse verloofde.
Abonneren op:
Posts (Atom)